Geplaatst op 14 juli 2022

Het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden als gelijke gevallen ongelijk behandeld worden en voor die ongelijke behandeling geen redelijke en objectieve rechtvaardiging bestaat of als er geen redelijke verhouding bestaat tussen de maatregel die het onderscheid maakt en het daarmee beoogde doel. Bij het beantwoorden van de vragen of gevallen als gelijk moeten worden beschouwd en of er een redelijke en objectieve rechtvaardiging bestaat om gelijke gevallen verschillend te behandelen, komt de fiscale wetgever een ruime beoordelingsvrijheid toe.

In een procedure voor de Rechtbank Gelderland was in geschil of het onderscheid in belastingheffing tussen een- en tweeverdieners verboden discriminatie oplevert. Volgens de rechtbank is dat niet het geval. De belanghebbende, een eenverdiener, heeft niet aannemelijk gemaakt dat een- en tweeverdieners gelijke gevallen zijn.

De rechtbank sluit zich aan bij het oordeel van de Hoge Raad dat voor het onderscheid in fiscale behandeling tussen een- en tweeverdieners een redelijke en objectieve rechtvaardiging bestaat.

Bron: Rechtbank Gelderland | jurisprudentie | ECLINLRBGEL20212278 | 05-05-2022

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Afwaarderen forse rekening-courantschuld is winstuitdeling

    Een directeur-grootaandeelhouder (dga) kampt met een forse rekening-courantschuld aan zijn eigen bv van bijna € 1,5 miljoen per 1 januari 2015. De vennootschap besluit ruim € 1 miljoen van deze schuld af te waarderen wegens vermeende

  • Saldomethode lijfrente: Wie stelt moet bewijzen

    Een belastingplichtige koopt in 2020 zijn lijfrenteverzekering af voor een bedrag van € 2.765. De verzekeringsmaatschappij houdt € 1.032 aan loonheffing in. De Belastingdienst neemt de volledige afkoopsom op in het belastbaar inkomen. De

  • Zelfstandig ondernemer of toch resultaatgenieter?

    Een belastingplichtige voert drie activiteiten uit: boekhouden, kavelhandel en loodgieterswerk in Duitsland. Hoewel hij zichzelf als ondernemer beschouwt, oordeelt de Belastingdienst anders. De inspecteur kwalificeert zijn inkomsten als resultaat uit