Geplaatst op 18 september 2024

Het pakket Belastingplan 2025 bestaat uit tien wetsvoorstellen met een breed palet aan fiscale maatregelen. De tarieven en heffingskortingen in de inkomstenbelasting zien er als volgt uit.

  2024 2025
 Tarief schijf 1  36.97%  35,82%
 Tarief schijf 2  36,97%  37,48%
 Tarief schijf 3  49,5%  49,5%
 Grens schijf 1  € 38.089  € 38.441
 Grens schijf 2  € 75.519  € 76.817
 Algemene heffingskorting, maximaal  € 3.362  € 3.068
 Arbeidskorting, maximaal  € 5.532  € 5.599
 IACK, maximaal  € 2.950  € 2.986
 Jonggehandicaptenkorting  € 898  € 909
 Zelfstandigenaftrek  € 3.750  € 2.470
 Mkb-winstvrijstelling  13,31%  12,7%

Terugdraaien verhoging box 2-tarief

Het kabinet stelt voor om het tarief van de tweede schijf van box 2 van 33% te verlagen naar 31%.

Vrijstelling in box 3

Voor bepaalde vermogensrechten in verband met het herstel van aardbevingsschade in Groningen en Noord-Drenthe wordt een vrijstelling in box 3 ingevoerd. De waarde van deze vermogensrechten wordt niet meegenomen in de vermogenstoets voor inkomensafhankelijke regelingen, waaronder de toeslagen.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 17-09-2024

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Tweede nota van wijziging Belastingplan 2025

    De staatssecretaris van Financiën heeft de tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. De nota van wijziging bevat maatregelen, die zijn aangekondigd in de aanbiedingsbrief bij het pakket

  • Nota van wijziging wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025

    Preferente aandelen kwalificeren alleen voor de doorschuifregelingen aanmerkelijk belang (DSR ab) en de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) wanneer zij zijn uitgegeven in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging. Daarvan is sprake als is voldaan

  • Voorgestelde wijzigingen vennootschapsbelasting

    Earningstrippingmaatregel De earningstrippingmaatregel beperkt de aftrekbaarheid van het verschil tussen de rentelasten en de rentebaten van geldleningen (saldo aan renten). Het saldo komt niet in aftrek voor zover dat meer bedraagt dan het hoogste