Geplaatst op 24 augustus 2023

Op grond van de Wet WOZ dient de gemeentelijke heffingsambtenaar op verzoek een afschrift te verstrekken van de gegevens, die ten grondslag liggen aan de vastgestelde waarde van een onroerende zaak. Deze wettelijke verplichting kan ook betrekking hebben op gegevens die niet zijn vermeld in het (model)taxatieverslag van de onroerende zaak.
In het bezwaarschrift tegen een WOZ-beschikking verzocht de belanghebbende om toezending van het taxatieverslag, de grondstaffel en de taxatiekaart, voorafgaand aan de hoorzitting. De heffingsambtenaar volstond met toezending van het taxatieverslag. De grondstaffel en de taxatiekaart heeft hij voorafgaand aan de hoorzitting ter inzage gelegd. De heffingsambtenaar heeft de belanghebbende niet geïnformeerd over de terinzagelegging. Volgens Hof Amsterdam is de heffingsambtenaar niet verplicht om in de bezwaarfase andere stukken aan de belanghebbende toe te zenden dan het taxatieverslag. Voor andere stukken dan het taxatieverslag reikt de verplichting niet verder dan tot terinzagelegging daarvan.
In cassatie oordeelt de Hoge Raad anders. De heffingsambtenaar is verplicht om op een voldoende specifiek verzoek een afschrift van gegevens te verstrekken, die niet in het taxatieverslag zijn opgenomen maar die wel ten grondslag liggen aan de vastgestelde waarde van de onroerende zaak. Aan die verplichting doet niet af dat deze gegevens op de zaak betrekking hebbende stukken zijn, die voorafgaand aan het horen in bezwaar ter inzage moeten worden gelegd. De Hoge Raad merkt op, dat de verplichting ook betrekking kan hebben op gegevens van voor de waardevaststelling gebruikte vergelijkingsobjecten.
Deel dit bericht
Bel voor meer informatie
0412 – 45 90 00
of wij bellen u
Gerelateerde berichten
Te laat reageren van de gemeente heeft dwangsom tot gevolg
De rechtbank heeft een duidelijk signaal afgegeven over het belang van tijdige besluitvorming door gemeentelijke instanties. In de kern draaide deze zaak om een huiseigenaar die bezwaar maakte tegen een WOZ-beschikking en OZB-aanslag, waarop de
Hoger beroep inspecteur niet-ontvankelijk door te laat indienen van motivering
Een inspecteur diende op 25 oktober 2022 pro forma een hogerberoepschrift in tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De griffier gaf de inspecteur tot 30 april 2023 de gelegenheid om het beroep te motiveren. De inspecteur diende de