Geplaatst op 22 februari 2024

De staatssecretaris van Financiën heeft vragen beantwoord die door de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer zijn gesteld over ontwikkelingen in de grenswerkersproblematiek.

Per 1 juli 2023 is geregeld dat thuiswerken door grensarbeiders tot 50% van de arbeidstijd geen gevolgen heeft voor de sociale zekerheid. De inzet van Nederland bij de aanpassing van belastingverdragen is voor de belastingheffing aansluiten bij de regeling voor de sociale zekerheid. Duitsland wil voor de korte termijn niet verder gaan dan het opnemen van een beperkt aantal dagen waarop zonder gevolgen voor de belastingheffing thuis kan worden gewerkt. Tussen Duitsland en Luxemburg geldt een aantal van 34 dagen. De staatssecretaris vindt een dergelijk aantal niet ideaal, maar wel een stap in de goede richting. Hij wijst erop dat de belastingverdragen met onze buurlanden grotendeels zijn gebaseerd op het OESO-modelverdrag. Dit betekent dat een grenswerker bij thuiswerken direct belasting is verschuldigd in de woonstaat over een deel van zijn inkomen.

Duitsland en Oostenrijk hebben onderling een regeling getroffen die onder bepaalde voorwaarden uitgaat van een volledige woonstaatheffing. Volgens de staatssecretaris is een dergelijke regeling voor Nederland ingrijpender dan een regeling met een beperkte dagendrempel. Bij een drempelregeling is de uitgangspositie dat belastingheffing plaatsvindt in de werkstaat. Overschrijding van de dagendrempel door de grenswerker leidt tot een gedeelde belastingheffing in de werkstaat en in de woonstaat. Een volledige woonstaatheffing leidt tot meer discoördinatie tussen sociale zekerheid en belastingheffing. Voor de sociale zekerheid is de grenswerker tot 50% thuiswerken volledig premieplichtig in de werkstaat, terwijl de belastingheffing volledig in de woonstaat zou plaatsvinden.

Een volledige woonstaatheffing wordt net als varianten op de drempelregeling meegenomen in het aangekondigde onderzoek naar de omvang van de inkomensgevolgen en de budgettaire gevolgen van hybride werken door grenswerkers.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2024-0000167643 | 15-02-2024

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Aftrek uitgaven voor inkomensvoorzieningen van buitenlands belastingplichtige: Schumacker-doctrine toegepast

    Een inwoner van België, die in Nederland werkzaam is, wil de betaalde premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) in Nederland aftrekken. De inspecteur heeft de aftrek geweigerd. De vraag in een procedure voor de rechtbank is of een

  • Heffingsbevoegdheid over lijfrente-uitkeringen uit Nederland

    Een in België wonende Nederlander was in de jaren 2016 tot en met 2018 buitenlands belastingplichtige voor de Wet IB 2001. Hij heeft voor deze jaren geen aangifte IB in Nederland gedaan en is daartoe ook niet uitgenodigd door de inspecteur. De man

  • Hof oordeelt over fiscaal inwonerschap van Nederland

    Het antwoord op de vraag naar het fiscale inwonerschap van een land is van groot belang, aangezien het bepaalt of een land belasting mag heffen over het volledige wereldinkomen van de betrokken persoon. De fiscale woonplaats is vaak onderwerp van